Guusje ter Horst over 1 jaar bestuurlijk aanjagerschap Doe onbeperkt mee
Vandaag is Guusje ter Horst één jaar bestuurlijk aanjager Doe onbeperkt mee (voorheen Onbeperkt meedoen). Hoe kijkt zij terug op dit jaar, wat heeft indruk op haar gemaakt en waar gaat ze het komende jaar mee aan de slag? “De urgentie om de samenleving toegankelijker te maken wordt gevoeld, maar de opgave is complex.”
Het afgelopen jaar is de meerjarige nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap ontwikkeld, in samenspraak met mensen met een beperking. Hierin staat hoe de wereld er in 2040 uit moet zien zodat mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen. Het VN-verdrag handicap, in 2016 door Nederland ondertekend, vereist uitwerking van de rechten van mensen met een beperking. De nationale strategie gaat binnenkort naar de ministerraad en naar verwachting in januari 2024 naar de Kamer. De volgende stap is het opstellen van een werkagenda, waarin de maatregelen komen te staan hoe we tot die gewenste samenleving komen. “Ofwel, hoe we alle drempels kunnen wegnemen zodat mensen met een beperking volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving”, aldus Guusje. “Daar moet echter nog een hoop voor gebeuren.”
Wat heb je afgelopen jaar gedaan om dit aan te jagen?
“Het afgelopen jaar heb ik veel gesprekken gevoerd met ervaringsdeskundigen en met zo’n zestig organisaties. Dat waren nuttige gesprekken al bleek het niet zo zeer nodig om hen aan te jagen, want zij zijn al hard bezig om de samenleving voor mensen met een beperking toegankelijker te maken.” Ook heeft Guusje contact gezocht met de betrokken overheden, zoals de VNG en de ministeries van OCW, BZK, SZW, IenW en VWS, om ervoor te zorgen dat daar de urgentie om tot concrete maatregelen te komen toeneemt.
“Die urgentie wordt ook wel gevoeld, maar de opgave is complex omdat deze zich uitstrekt over de verschillende beleidsterreinen van met name werken, wonen, gezondheid, onderwijs, mobiliteit en veiligheid.”
Verder heeft Guusje partijen bij elkaar gebracht om inclusiepacten te sluiten. Een inclusiepact is een vanuit de samenleving zelf ontstaan idee om met verschillende partners te komen tot een project dat de positie van mensen met een beperking aanzienlijk verbetert. “De afspraken in deze inclusiepacten moeten direct een merkbaar verschil realiseren in het dagelijks leven van mensen met een beperking. Er zijn nu vier inclusiepacten ingesloten en de bedoeling is dat er in 2025 minstens tien pacten in uitvoering zijn.”
Wat heeft met name indruk op je gemaakt?
De Grote Samenspeeldag georganiseerd door Stichting Het Gehandicapte Kind die in juni plaatsvond. “Zo’n dag maakt het belang dat kinderen met een beperking spelen met kinderen zonder beperking zo duidelijk. Het is essentieel dat ze al op jonge leeftijd met elkaar omgaan en contact hebben, zodat wat vreemd is gewoon wordt. Dat geeft meer kans op slagen van een samenleving waarin mensen begrip voor elkaar hebben en rekening houden met elkaar.”
Een andere mijlpaal het afgelopen jaar is de ontwikkeling van de online gespreksstarter Vraagje?! “Als je niet gewend bent om met mensen met een beperking om te gaan, weet je ook niet hoe je je moet opstellen.” Dat heeft Guusje meegemaakt met Bob, de zoon van haar partner, die vorig jaar is overleden. Bob had de ziekte van Duchenne waardoor hij in een rolstoel zat.
“Op zijn eerste schooldag kwam de vraag: Wie wil Bob even helpen? Een paar jongens wilden dat wel. Dat zijn vrienden voor zijn leven geworden. De goede vragen stellen kan echt het verschil voor iemand betekenen.”
De lancering van Vraagje?! in de Efteling eind september was een gedenkwaardige dag. “Wat me zal bijblijven is dat Vesper, kinderambassadeur Stichting het Gehandicapte Kind, tegen de directeur van de Efteling zei dat het attractiepark er weliswaar van alles aan doet om de Efteling toegankelijk te maken voor kinderen met een beperking, maar dat er niet één sprookjesfiguur of pop is die zelf een beperking heeft.”
Waar ga je komend jaar mee aan de slag?
“Komend jaar ga ik vooral in gesprek met gemeenten. Die spelen een grote rol bij de beweging naar een drempelloze samenleving.” Op dit moment heeft ongeveer 50% van de gemeenten een inclusie-agenda waarin opgeschreven staat welke lokale maatregelen voor mensen met een beperking genomen gaan worden. “50% is nog erg weinig. We zouden graag zien dat dat volgend jaar 100% is.”
Dat wil Guusje samen met de betrokken partijen realiseren door als start de 50.000+-gemeenten te benaderen – bijna alle 100.000+-gemeenten hebben een inclusie-agenda – en in gesprek te gaan over wat ze nodig hebben om er een op te stellen. Daar kan de VNG of, als het een kleine gemeente betreft, een grotere gemeente daarbij helpen. Naast faciliteren van ondersteuning zal ook de druk worden vergroot; het is immers een wettelijke verplichting om een inclusie-agenda te hebben.
“Intensievere aandacht voor het onderwerp is nodig. Wat ik voor 2024 vooral hoop is dat er in het nieuwe kabinet aandacht voor dit onderwerp is en dat bij de departementen de urgentie nog verder toeneemt. Kortom, dat de werkagenda vleugels krijgt.”